Belastingplan 2024 & de Inkomstenbelasting: de 5 belangrijkste voorstellen

Een tijdje terug schreven we een artikel over de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2024 voor het mkb. Maar uiteraard zijn er ook op het gebied van de inkomstenbelasting flink wat plannen en wijzigingen voorgesteld, waar we je ook graag in meenemen. Hoe ziet de inkomstenbelasting er vanaf volgend jaar vermoedelijk uit en wat kun je verwachten? Let op: het blijven voorgestelde plannen, de komende tijd zal blijken of dit alles daadwerkelijk wordt doorgevoerd. De plannen geven echter wel altijd een fijn kijkje in de toekomst. Lees je weer mee?
Belastingplan 2024 & de Inkomstenbelasting | MenL Cijferhelden | Man lijkt zijn administratie te doen op zijn laptop aan een wit bureau

1. Wijzigingen in box 1

In box 1 van de inkomstenbelasting wordt je inkomen op werk en wonen belast. Hierin gaan waarschijnlijk een aantal dingen veranderen in 2024. De inkomstenbelasting wordt berekend met twee verschillende schijven. In 2024 gaat het belastingtarief in de eerste schijf iets omhoog, van 36,93% in 2023 naar 36,97% in 2024. 

Elk jaar wordt de tweede schijf van box 1 opnieuw geïndexeerd. Voor 2024 is besloten om de schijf met 3,55% te indexeren: minder dan de inflatie van 9,9%.

2. Van één naar twee schijven in Box 2 

In box 2 van de Inkomstenbelasting geldt momenteel, in 2023, één tarief. Het kabinet heeft voorgesteld om dit uniforme tarief in 2024 te vervangen door twee verschillende tarieven. Voor dividenden tot €67.000 geldt een tarief van 24,5 procent. Voor het bedrag daarboven gaat een toptarief gelden. Dit tarief bedraagt 33%. Met dit voorstel wil de regering aanmerkelijk belanghouders stimuleren om vaker (jaarlijks) winsten uit te keren, in plaats van dat zij deze oppotten in een bv. 

3. Wijzigingen box 3

Ook voor box 3 zijn wijzigingen voorgesteld. Er is de laatste tijd natuurlijk al veel te doen rondom box 3. Dit gaat dan voornamelijk over het fictieve rendement versus het daadwerkelijke rendement. Vooralsnog blijft het fictieve rendement het uitgangspunt. Pas vanaf 2027 wordt vermoedelijk gerekend met het daadwerkelijke rendement. 

In box 3 zijn er drie verschillende categorieën: bank- en spaargeld, beleggingen en schulden. Vanaf 2024 vallen aandelen in Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) onder de bank- en spaartegoeden. Als je een woning bezit, betaal je daardoor mogelijk minder belasting in box 3. 

Het tarief in box 3 verandert iets: het stijgt van het huidige tarief van 32% naar 34% in 2024. Belangrijk bij box 3 is om op te merken dat schulden en vorderingen tussen fiscale partners en ouders van minderjarige kinderen in 2024 tot geen enkele box 3-categorie behoren. Deze vallen dus buiten je aangifte IB. 

4. Verlaging van de mkb-winstvrijstelling 

Het kabinet heeft voorgesteld om de mkb-winstvrijstelling en de zelfstandigenaftrek in 2024 flink te verlagen. De verlaging van de zelfstandigenaftrek was al eerder bekend, maar nu weten we ook meer over de mkb-winstvrijstelling. Het plan is om deze vrijstelling in 2024 te verlagen naar 12,7%. Op dit moment, in 2023, bedraagt de mkb-winstvrijstelling nog 14%. De mkb-winstvrijstelling geldt voor iedere ondernemer, hier geldt geen urencriterium. Ook ondernemers die minder dan 1225 uur per jaar voor hun bedrijf werken, komen er dus voor in aanmerking. Het kabinet zet deze stappen om de fiscale verschillen tussen ondernemers en werknemers te verkleinen.

5. Verhoging inkomstenbelasting voor hogere inkomens, verhoging arbeidskorting voor lagere inkomens

Het kabinet wil het verschil tussen de hogere en lagere inkomens verkleinen. Om dit te bewerkstelligen, worden een aantal wijzigingen doorgevoerd. Hogere inkomsten moeten meer inkomstenbelasting gaan betalen. 

Voor lagere inkomens gaat de arbeidskorting omhoog. Werkenden die rond het wettelijk minimumloon verdienen, krijgen €115 meer arbeidskorting in 2024. Hierdoor gaan werkenden met een salaris tot ongeveer €4.000 er op vooruit. 

En nu? 

De komende tijd zal er nog veel over de wijzigingen worden gesproken, zowel in de Eerste en Tweede Kamer als daarbuiten. Maar let op: de genoemde punten uit dit artikel zijn onderdeel van de plannen. Nog geen maand na Prinsjesdag was er alweer veel gesproken over de plannen en is er alweer veel verschoven. De komende tijd zal blijken of er daadwerkelijk genoeg budgettaire dekking (en dus geld) is om alle plannen door te voeren. We houden jullie vanuit MenL Cijferhelden natuurlijk op de hoogte! 

Heb je in de tussentijd vragen? Jouw favoriete cijferhelden staan voor je klaar. Neem vooral contact met ons op als je meer wilt weten over het Belastingplan voor 2024, de Miljoenennota of de gevolgen voor jouw persoonlijke situatie/onderneming. 

 

Het eerste artikel, over de voorstellen specifiek voor ondernemers, vind je hier!

Verder lezen?

Jaarverantwoordingsplicht voor zorgaanbieders: hoe zit het?

Veel zorgaanbieders krijgen vanaf 2023 te maken met de jaarverantwoordingsplicht. Een flinke mond vol - en misschien ook best een ingewikkeld iets. Vanaf boekjaar 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de aanpassingswet Wtza (AWtza) van kracht. Hierdoor vallen tegenwoordig veel meer zorgaanbieders onder de meld- en vergunningsplicht, het interne toezicht en ook de jaarverantwoordingsplicht. Dit laatste komt vooral door de AWtza. Maar hoe zit het daar precies mee? MenL legt het uit!

Zzp’er of werknemer: zo zit het met schijnzelfstandigheid

De laatste tijd is er veel te doen over schijnzelfstandigheid. Kijk maar eens naar de uitspraak van de Hoge Raad over Deliveroo, dat zijn bezorgers vroeg om als zzp’er te werken. Onterecht, zo blijkt nu nadat vakbond FNV de bezorgdienst voor de rechter sleepte - en de Hoge Raad uitspraak deed over de zaak. Maar hoe zit het precies met schijnzelfstandigheid, wanneer is een werknemer een werknemer en wanneer mag iemand als zzp’er voor je aan de slag? En, ook niet geheel onbelangrijk: welke regels komen eraan op het gebied van werken als zzp’er? MenL legt het uit!